Nog een verandering uit de WAB waar werkgevers misschien niet bij stilstaan terwijl actie nodig is vóór 1 januari 2020. Het is misschien wel het ondergeschoven kindje van de WAB: de WW-premiedifferentiatie. Aandacht voor dit onderwerp is zeker wel op zijn plaats. In veel gevallen is actie namelijk noodzakelijk om een (onnodig) hoge WW-premie te voorkomen!
Wat houdt de WW-premiedifferentiatie in?
Kort samengevat: de WW-premie die je gaat betalen wordt afhankelijk van het type arbeidsovereenkomst dat je hebt gesloten met de werknemer. Een lage premie (naar verwachting 2,94%) voor vaste arbeidsovereenkomsten en een hoge premie (naar verwachting 7,94%) voor flexibele arbeidsovereenkomsten. Met flexibele arbeidsovereenkomsten worden ook overeenkomsten voor bepaalde tijd bedoeld.
Wanneer is sprake van een vaste arbeidsovereenkomst volgens de belastingdienst?
Ik hoor je denken: “Ooohhh maar ik heb vooral werknemers in dienst op basis van een vaste arbeidsovereenkomst, dus ik zit goed!”. Toch is het belangrijk om te controleren of je wel voldoet aan de vereisten die de belastingdienst stelt.
Je betaalt de lage WW-premie als aan drie vereisten is voldaan:
Er is een schriftelijke arbeidsovereenkomst;
Voor onbepaalde tijd;
De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is géén oproepovereenkomst.
Vooral de eerste voorwaarde is belangrijk. De belastingdienst ziet een arbeidsovereenkomst pas als een vaste arbeidsovereenkomst als de overeenkomst voor onbepaalde tijd schriftelijk is bevestigd door werkgever én werknemer.
Het eenzijdige briefje waarmee vaak een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt verlengd is onvoldoende. Ook wanneer een overeenkomst voor onbepaalde tijd van rechtswege is ontstaan, ziet de belastingdienst dit niet als vaste arbeidsovereenkomst. Is er geen schriftelijke bevestiging - zijnde een ondertekende arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of een bevestigingsbrief die ook door de werknemer is getekend - in het personeelsdossier aanwezig, dan betaal je de hoge WW-premie. Dit geldt dus zelfs voor die werknemer die al 20 jaar bij je in dienst is.
Waarom nu actie?
Check dus je personeelsdossiers. Vind je hierin geen door beide partijen ondertekende arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of een door beide partijen ondertekende verlengingsbrief? Regel dit dan nog vóór 1 januari 2020 om een hogere WW-premie te voorkomen.
Wij raden aan om een brief op te stellen waarin de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd alsnog wordt bevestigd en die vervolgens ook door de werknemer te laten tekenen. Denk wel goed na over de inhoud van deze brief, het kan bijvoorbeeld noodzakelijk zijn om ook een concurrentiebeding hierin opnieuw te bevestigen.
Heb je hulp nodig bij de inventarisatie van de personeelsdossiers? Wil je weten of dat wat jij in het personeelsdossier hebt gevonden voldoende is? Of wil je hulp bij het opstellen van de bevestigingsbrief? Wij helpen je graag. Neem zo snel mogelijk contact op want over een paar weken is het al 1 januari 2020!
Update: per kamerbrief van 9 december 2019 heeft minister Koolmees laten weten dat werkgevers drie maanden extra de tijd krijgen om aan de administratieve eisen te voldoen.
Dit betekent dat je de lage WW-premie kunt afdragen mits je vóór 1 april 2020 voldoet aan de eisen als in deze blog beschreven. Mocht je op 1 april 2020 geen schriftelijke arbeidsovereenkomst (of schriftelijke bevestiging hiervan) in het dossier hebben opgenomen, dan ben je alsnog met terugwerkende kracht de hogere premie verschuldigd. Deze coulanceregeling geldt alleen voor voor arbeidsovereenkomsten van werknemers die vóór 1 januari 2020 in dienst zijn getreden.
Iets meer lucht dus, maar ga er wel mee aan de slag!
Je kunt ons bereiken via leonie@rodenburgmooij.com of via 06 - 48 38 2993.
Commentaires